Meten is weten
Is het veelvuldig gebruik van de woorden dikwijls, altijd, veel, soms… je al opgevallen?
Tuurlijk.
De kans is groot dat je ze af en toe zelf in de mond neemt. Vooral in discussies en meningsverschillen komt het vaak naar boven.
Want dan spreekt je zoogdierenbrein. Maar wat is altijd? En wat is veel? Die vage woorden veroorzaken bij jezelf en de andere een bepaalde emotie en zetten iets in gang.
Wanneer ze je thuis zeggen: “Jij gaat nu altijd een toertje joggen wanneer we bijna gaan eten!”, dan denk jij allicht dat dit niet waar is. Je voelt weerstand opkomen en je wil jezelf verdedigen.
En wie heeft gelijk? Ben je wel zeker van je stuk of heeft die andere toch gelijk?
Laat ons eerlijk zijn, je weet het niet. Geen van jullie beide. Zonder concrete data kan je deze veralgemening niet ontkrachten of niet bevestigen.
Dat is helemaal niet erg als die “data” niet relevant zijn en zolang je maar geen beslissingen neemt op basis van zo’n vage uitspraak. Omdat dan de kans groot is dat je een verkeerde beslissing neemt en je beperkte middelen verspilt.
Zekerheid
Ervoor zorgen dat je de juiste beslissingen neemt en je beperkte middelen goed inzet, is de sleutel tot het bereiken van jouw doelen.
Of anders gezegd: hou je productiviteit structureel hoog.
Je doelen brengen je naar waar je wil zijn. Dat is effectiviteit. Het omgekeerde: werken naar iets waar je niet wil eindigen, kan niet de bedoeling zijn. Dat lijkt sterk op harder werken en minder succes.
Het is ook niet het één of het ander. Neen, je moet de dingen juist doen maar je moet ook de juiste dingen doen.
Staan je gedrag en je doelen in een rechte lijn? Alleen op die manier krijg je de resultaten die je wil. Resultaat? Ja? Dan ben je pas echt gemotiveerd. Resultaat of motivatie, dat is zoals bij de kip of het ei.
Zoogdierenbrein meet niet
Voor de meesten onder ons is het een permanente zoektocht om zowel de juiste dingen te doen en ook de dingen juist te doen. Onze steeds sneller veranderende wereld houdt die zoektocht in stand.
Ons zoogdierenbrein is niet effectief in het managen van de lange of de korte termijn. Ons zoogdierenbrein rekent niet. Het beslist enkel op basis van emotie.
Onze neocortex, dat nieuwe deel van ons brein, kan wel rekenen en bewust beslissen. Alleen is onze neocortex niet altijd de baas. Het overgrote deel van de tijd is helaas ons zoogdierenbrein de baas.
Het boek ‘Thinking Fast & Thinking Slow’ geeft je een mooi inzicht in de manier waarop dit werkt.
Je vindt dit trouwens ook terug in de wijze waarop we dingen aankopen.
Beter meten is beter weten
“Je kan niet veranderen wat je niet kan meten”, zegt Dokter Amen. Ik ben akkoord maar met een kleine nuance.
Ik pleit voor meer en beter meten. Ik weet het, dat betekent ook werk en we hebben al zo weinig tijd.
Als ik alles kon meten zonder inspanning, zou ik alles meten.
Jammer genoeg heb ik daar nu – ik geloof dat we in de toekomst meer gegevens automatisch zullen verzamelen – geen tijd genoeg voor. Daarom kies ik strategisch wat ik wil meten.
Dat zijn nu drie zaken:
- Mijn bruine M&M’s
- Ik verzamel data over de dingen die ik efficiënt wil veranderen of bijsturen
- Doelen die ik wil bereik.
Bruine M&M’s (een metafoor afkomstig van de band Van Halen).
Deze meetwaarden vertellen je of alles onder controle is of dat je zaken moet nakijken.
Je kan twee zaken meten: je inspanningen of je resulaten.
Mijn belangrijkste bruine M&M is het aantal kilometers die ik liep en het aantal minuten meditatie per week/per maand. Wanneer de resultaten zonder duidelijk verklaarbare reden niet overeenkomen met wat ik vooropgesteld had, dan stel ik mij vragen. Het is bijvoorbeeld volstrekt logisch dat je minder liep als je ziek was.
In dat geval meet ik inspanningen in plaats van de resultaten, zoals de gemiddelde snelheid of het percentage ‘kalmte’.
Een tijdelijk project op mijn Masterlijst is het maken van een maandelijks rapport over mijn tijdsbesteding. Twee van mijn bruine M&M’s kun je daar volgen.
Wat ik wil veranderen of wil bijsturen
In ons gedragsveranderingsmodel 3×3 is tracking een belangrijk onderdeel.
Meten bezorgt je inzicht over de relatie tussen je inspanning en je resultaat.
Stel: je wil je slaap optimaliseren.
Dit is trouwens mijn tip nummer één om effectiever te worden.
Als iemand mij de laatste tijd vraagt: “Wat heeft het meeste effect op je effectiviteit?” Dan antwoord ik steevast: een betere slaap.
Vroeg je je wel eens af wat het effect is op je slaap als je geen alcohol of koffie meer drinkt?
Als je dit wil weten, heb je iets nodig dat je slaap kan meten. Er zijn tal van manieren om dat te doen. Het kost je de investering van een slaaptracker. Ik gebruik momentel de Oura-ring om de slaap te meten. In het verleden probeerde ik ook al de Up van Jawbone.
Ik geloof vooral in het experimenteren. De meeste slaapexperten zeggen je weliswaar dat het beter is om te stoppen met koffie maar ik vind het beter als je dit zelf uittest.
Je doet een beperkte steekproef: je stopt of vermindert het koffiegebruik. Een steekproef met het aantal N=1 want jij bent de enige proefpersoon. En je kijkt wat het effect is op je diepe of je REM slaap.
De cijfers geven je het nodige inzicht. Inzicht is zoals het ‘zien’ van een optische illusie: je ziet niet meer alleen de oude of de jonge vrouw. Je ziet ze beiden.
Inzicht helpt je om je gewenste veranderingen te borgen. Ben je bereid om de prijs te bepalen? Er is nu eenmaal altijd wel een prijs te betalen.
Doelen die ik wil bereiken
Een doel is de finishlijn die je wil bereiken. Om die finishlijn te bereiken, moet je verschillende projecten (Masterlijst) en acties (Kalender, actielijst voor deze week) doen.
Om je gap ten opzichte van je doel te monitoren, moet je meten. Liefst in een cyclus die je voldoende feedback geeft en de mogelijkheid geeft om jezelf feedforward te geven.
Doelen zijn resultaten dus je meet je resultaat. Af en toe meet je ook je inspanningen want doelen bereik je meestal door consistent bepaalde acties te doen.
Eén van mijn doelen is om gemiddeld twee blogposts per week te schrijven.
Gevaren van meten
- Meten om te meten is te gek. Behalve als het registreren van de cijfers weinig inspanning kost. Dan hanteren we het principe: hoe meer cijfers, hoe beter. Maar cijfers zijn zelden een doel op zich. Cijfers zijn een middel. Dus verzamel geen cijfers om de cijfers want dat is dom en een verspilling van je beperkte middelen.
- Cijfers geven je feedback maar soms moet je de cijfers ook in vraag durven stellen. Een kritische blik kan geen kwaad. De meeste sensoren die je kan dragen, benaderen de werkelijkheid. De realiteit en je cijfers zijn dus niet altijd gelijk. Dat is meestal niet zo erg. Het belangrijkste is dat je weet of het werkt of niet.
Toekomst van meten
Dankzij het internet of things wordt het steeds makkelijker om bijna fulltime te meten. En dus wordt het alsmaar leuker om de relaties tussen je inspanningen en je resultaten te bepalen.
Een voorbeeld daarvan is de community ‘We’re curious’.
In die community helpen meerdere leden om het oorzakelijk verband te zoeken tussen inspanning en resultaat. Het staat nog in zijn kinderschoenen maar is veelbelovend.
De community is erop gebrand om oorzaken te vinden. De fout die af en toe gemaakt wordt: er wordt een correlatie gevonden tussen een inspanning en een resultaat maar een correlatie is nog geen oorzakelijk verband.
Zeer goed artikel Jodha! Meten helpt je gevoel ondersteunen. Ikzelf, en veel anderen, zijn groot deel van perceptie kwijt. We weten amper nog hoe dingen aanvoelen en vertrouwen steeds meer op monitoren. Vind ik zeker niet slecht, want door omstandig was ik alle gevoel kwijtgeraakt en moest het monitoren me terug leren aanvoelen!
Hallo Lex,
dank je wel voor het compliment.
Ik heb de indruk dat we verwante geesten zijn wanneer ik je blog lees.
‘k word soms wild van mensen die te pas en te onpas zeggen dat je intuitie moet volgen. Ik denk dat dit klopt wanneer de ‘noise’ uit je systeem is. Anders is intuïtie een signaal die net zo goed het opgooien van een muntje kan zijn.